Gezond bewegen

Gezond bewegen

Onderzoekers concludeerden dat mensen minder bewegen naarmate ze ouder worden en dat deze afname al zichtbaar wordt vanaf het 21e jaar. Op een leeftijd van 36 – 37 jaar wordt bij ongeveer 40% van de Nederlanders overgewicht geconstateerd als rechtstreeks gevolg van te weinig bewegen. Belangrijke opmerking daarbij is dat ons eetpatroon minder invloed heeft dan vaak wordt gedacht. De overheid heeft er belang bij te voorkomen dat veel mensen ten gevolge van een inactief leven ziek worden en veel te vroeg een beroep doen op gezondheidszorg.

Eind 2001 heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de nota ‘Sport, bewegen en gezondheid’ uitgebracht. Hierin wordt beschreven op welke wijze sport en bewegen invloed hebben op het behalen van gezondheidswinst en het terugdringen van gezondheidsrisico’s. Een belangrijk uitvloeisel van deze nota is de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB).

Wat is de Nederlandse beweegnorm?

De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) is in 1998 vastgesteld en werd afgeleid van internationale richtlijnen. De norm verschilt per leeftijdsgroep en is vastgesteld op minimaal 5 dagen in de week 30 minuten matig intensief bewegen. Deze 30 minuten mogen in verschillende blokken uitgevoerd worden (bijvoorbeeld 3 x 10 minuten per dag past ook binnen deze norm). 

De NNGB per leeftijdsgroep

  1. Jeugd (onder de 18 jaar)
    Dagelijks een uur matig intensieve lichamelijke activiteit, waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie).
  2. Volwassenen (18-55 jaar)
    Een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week.
  3. 55-plussers
    Een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week.

Voor niet-actieven, zonder of met lichamelijke beperkingen, is elke extra hoeveelheid lichaamsbeweging meegenomen.


Gezond of fit?

Er bestaat een belangrijk verschil tussen het verbeteren van gezondheid en het verbeteren van fitheid. Gezondheidswinst wordt al bereikt met activiteiten met een lage tot matige intensiteit. Wandelen, fietsen, traplopen, tuinieren e.d. leveren, zoals eerder beschreven, al een behoorlijke gezondheidswinst op. Echter, om FIT te worden is meer nodig. Dit komt omdat we fitheid anders definiëren. Een internationaal gehanteerde definitie van lichamelijke fitheid is “ het vermogen om spierarbeid bevredigend uit te voeren”.

Fitheidverbeteringen zijn niet met matig intensief bewegen te realiseren. Daar moet u meer voor doen. De intensiteit moet omhoog.

Uw hartslag kan als hulpmiddel dienen om uw fitheid te vergroten. Als u gaat sporten moet de hartslag boven een bepaalde “drempel” uitkomen. Dan pas zullen lichaamsfuncties fitheidveranderingen laten zien.